Afgelopen hittegolf in perspectief...

Maandag werd in Ukkel geen 25 graden meer gehaald en zo komt een einde aan de officiële landelijke hittegolf die begin op 5 augustus en dus 12 dagen aanhield. De kans dat er nog een tweede hittegolf komt dit jaar is klein en dus kunnen we met enig voorbehoud enkele statistieken bekijken om deze hittegolf in perspectief te zetten met de geschiedenis. Met het bestuderen van hittegolven moeten we echter steeds de bedenking maken dat het concept 'hittegolf' een artificieel iets is, gekoppeld aan specifieke criteria. 

Nemen we bijvoorbeeld een zeer warme vijfdaagse waarbij het opeenvolgend 25.0, 25.1, 30.2, 30.8, 32 graden is. Dat is dus een officiële hittegolf (5 aaneensluitende dagen van 25 graden of meer waarvan minstens 3 met minstens 30 graden). Nemen we een zelfde warme vijfdaagse met volgende temperaturen: 24.9, 25.1, 30.2, 30.8, 32 graden. Dat is dus géén hittegolf, want de eerste dag is het net een tiende van een graad te koel daarvoor. U begrijpt dat het in de praktijk in beide situatie even warm en zomers is, maar de eerste reeks verdwijnt in de officiële weerboeken als hittegolf, de tweede niet. Dit om maar te illustreren. Niettemin blijft het de moeite om de hittegolf klimatologisch te benaderen. We hebben immers intussen gegevens van alle hittegolven in ons land sinds 1901.

Onderstaande grafiek geeft per decade (sinds 1901) het aantal hittegolven weer alsook het aantal hittegolf-dagen (= aantal dagen dat we in één jaar in een hittegolf zitten, ook al gaat het om diverse afzonderlijke hittegolven...alles samengeteld dus). Eerst en vooral valt de piek op in de decade 1941-1950. Deze piek wordt grotendeels bepaald door de extreme zomer van 1947. Een tweede, nog grotere, piek zien we in de huidige decade (2011-2020), nl. 79.



Verdelen we de laatste 120 jaar in klimatologische delen (30 jaar), dan merken we duidelijk een piek in de laatste 30 jaar, met 177 hittegolf-dagen.

Niet elke hittegolf is even nadrukkelijk aanwezig en dat hang onder andere af van de duur per hittegolf. Het valt op dat de laatste jaren de hittegolven gemiddeld gezien minder lang duren. 


Kijken we naar de jaren dat er een hittegolf voorkwam (ongeacht het aantal hittegolven dat er binnen dat jaar voorkwamen), dan zien we een piek in de huidige decade. In 7 van de 10 voorbije jaren (dit jaar incluis) werd minstens 1 hittegolf genoteerd.


Op basis hiervan kunnen we de terugkeerperiode berekenen. De gemiddelde terugkeerperiode tijdens de laatste 120 jaar bedraagt iets minder dan 0.3, wat overeen komt met elke 3 jaar minstens 1 hittegolf. Tijdens de huidige decade is dat cijfer gestegen naar 0.7. Dat houdt in dat er tijdens de laatste decade meer dan 2 van de 3 zomers minstens één hittegolf wordt geregistreerd. Dat is de hoogste terugkeerperiode sinds minstens het begin van de 20ste eeuw. Ook in een klimatologische venster (30 jaar) zien we een piek van 15 hittegolven (maximaal mogelijk is 30 uiteraard).

Niet enkel wat betreft het aantal hittegolven lijkt er een stijging te zijn ingezet, ook de intensiteit lijkt te stijgen. Vooral vanaf de jaren 1960 zien we een sprong naar een gemiddelde intensiteit (gemiddelde temperatuur) van ca. 23.8 graden.


Hittegolven op het einde van de meteorologische zomer zijn zeldzaam. Dit is slechts in 4 zomers gelukt, waaronder vorig jaar. In september is er sinds minstens het begin van vorige eeuw geen hittegolf voorgekomen maar niks zegt dat dit in de toekomst niet kan veranderen.


Natuurlijk is de ene hittegolf de andere niet. Elke hittegolf heeft een zekere impact op de mens en maatschappij. De impact is een combinatie van de duur van een hittegolf en de gemiddelde temperatuur die binnen de hittegolf wordt vastgesteld. Hoe langer een hittegolf duurt, hoe ingrijpender een hittegolf voor mens en dier wordt. Maar ook de intensiteit speelt een rol, en daarvoor wordt zowel naar de maximum- als naar de minimumtemperatuur gekeken. De minimumtemperatuur speelt immers een rol bij het recuperatievermogen van mensen. Een hittegolf wordt als belastender ervaren wanneer het 's nachts weinig afkoelt. Hittegolven die gepaard gaan met relatief koele nachten zijn minder belastend. We kunnen een zogenaamd hittegolf-getal definiëren. De formule luidt: duur hittegolf x (gemiddelde temperatuur -19). Wanneer we deze formule toepassen op bijvoorbeeld de record lange hittegolf van  augustus 1947, dan blijkt deze een relatief laag hittegolf-getal kent, nl. 49. De hittegolven was immers op zich niet bijzonder intens (slechts 4 tropische dagen en een gemiddelde temperatuur van amper 21.6 graden). De hittegolf van 1976 was dan weer erg lang én bijzonder intens en dat levert het hoogste hittegolf-getal op sinds 1901, nl. 100.


Zetten de het impact getal uit in de tijd, verdeeld over halve maanden, dan lijkt het er op dat het getal toeneemt doorheen de zomer met een duidelijke piek in de eerste helft van augustus. De hittegolven vóór 15 juni en na 15 augustus blijken gemiddeld gezien wat impact betreft vaak mee te vallen, deels omdat dan de nachten eventueel wat koeler verlopen.

Hieronder staan alle hittegolven (begindata op x-as) met elk hun hittegolf-getal. Het is duidelijk dat wat betreft hittegolf(impact) van de hittegolven, er geen tendens valt waar te nemen.


Op basis van de cijfers zien we dus soms voorzichtige tendensen maar het is lastig om met een fenomeen als een hittegolf, met zijn grote variabiliteit, zeer harde uitspraken te doen. De komende jaren zal moeten blijken of de tendensen zich bevestigen. Feit is dat onderzoek aantoont dat er een link is met het aantal hittegolven, de extreme zomertemperaturen en de droogte over het Europese continent. Deze droogte zou volgens studies weer gelinkt zijn aan verstoorde atmosferische patronen ten gevolge de klimaatopwarming.

Diverse factoren spelen immers een rol. Enerzijds wordt het gemiddeld gezien warmer zodat we dus gemiddeld gezien sneller aan de criteria voldoen van een hittegolf (bij eenzelfde situatie op de weerkaarten). Maar minstens even belangrijk blijkt dat de atmosfeer gemakkelijker in 'blokkade' gaat waardoor hogedrukgebieden meer kans hebben zich te nestelen over het continent waardoor de warmte ons sneller kan bereiken uit warme brongebieden zoals Noord-Afrika of Zuid-Europa. Tenslotte zorgen dezelfde hogedrukgebieden dat het continent de laatste jaren frequenter droge perioden kent. Warme lucht die dan vanuit pakweg het zuiden naar het noorden wordt geblazen zal dan minder snel afkoelen onderweg waardoor het dus opnieuw warmer zal zijn dan wanneer de droogte minder uitgesproken is. Uiteraard hebben deze factoren onderling ook nog eens een (versterkende) invloed.

Ranking afgelopen hittegolf?

Wanneer we nu kijken naar de afgelopen hittegolf, dan kunnen we spreken van een vrij significant exemplaar. Het was zeker niet de langste, want met 12 dagen komt hij 8 dagen tekort om het record van 1947 te breken. Maar al bij al is hij goed voor een 7de plaats, samen met deze van 1975. Qua intensiteit  (gemiddelde temperatuur van 24.8 graden) komt de hittegolf op de 3de plaats te staan, na 2019 (26.7 graden) en 1976 (24.9 graden). Wanneer we het hittegolf-getal bekijken, dan komt de afgelopen hittegolf op de 4de plaats te staan (70), na 1976 (100), 2006 (83) en 2003 (72). De combinatie van erg hoge maxima en minima (zeker tijdens de eerste 9 dagen van de hittegolf) en de relatief lange duur maken dus van de afgelopen hittegolf een pittig exemplaar, zonder dat er perse records zijn gesneuveld.

(bron voor het opstellen van de grafieken: KMI)