Meer hittegolven dan vroeger?

Het is gebeurd: de eerste hittegolf van 2017 is een feit. Een hittegolf is een periode waarbij het in Ukkel (referentiestation België) minstens 5 dagen na elkaar 25 graden wordt of meer en er 3 daarvan minstens 30 graden wordt. De huidige hittegolf startte op zondag en zal net wel of net niet duren tot en met vandaag vrijdag (of vandaag de kaap van de 25 graden gehaald wordt in Ukkel is immers kantje-boord).

Diverse media berichten intussen dat er steeds vaker hittegolven voorkomen en dat deze tendens zich naar alle waarschijnlijk zal verderzetten. Maar is dat zo?

Zijn er meer hittegolven?

Sinds 2000 zijn er in ons land 9 hittegolven geregistreerd, inclusief deze die we nu beleven (en geen 10 zoals diverse media berichten, de officiële lijst met hittegolven van het KMI houdt immers rekening met gecorrigeerde dagwaarden van het klimatologisch meetstation te Ukkel!). De vorige eeuw telde 29 hittegolven. Wanneer men dus volledig hypothetisch de huidige cijfers voor de eerste 18 jaar van het nieuwe decennium extrapoleert voor de gehele 21ste eeuw, komt men uit bij zo'n 50 hittegolven. Dat is zowat 40% meer hittegolven dan in de vorige eeuw.

Maar zo werkt het natuurlijk niet. Ten eerste extrapoleert men hier vanuit een korte periode en veronderstelt men een lineaire tendens. Ten tweede: wat doen we dan met pakweg de periode 1936 - 1952? Gedurende die 17 jaar werden er in ons land 11 hittegolven geteld, 2 meer dus dan de eerste 18 jaar van de huidige eeuw (met die kanttekening dat er deze zomer nog hittegolven kunnen komen uiteraard). Met andere woorden, een tendens ontdekken aangaande de hittegolven houdt weinig steek.

Stadseffect

En dan is er ook nog een fenomeen als een stadseffect. Het is welbekend dat meetstations de laatste 150 jaar steeds meer in verstedelijkt gebied verzeild raakten. In gebieden met veel verstedelijking stijgt het kwik vanzelf iets meer dan in het omringende platteland. Dit is iets dat het recente MOCCA project van de UGent mooi aantoont. We mogen niet vergeten dat de criteria voor hittegolven zeer arbitrair zijn. Is het 4 dagen ruim 25 graden waarvan 3 minstens 30, maarde 5de dag is het slechts 29.9 graden, dan is er géén sprake van een hittegolf. Was het die 5de dag 0.1 graad warmer (voor een mens een niet waarneembaar verschil), dan was het plots wel een hittegolf. Met andere woorden, zo'n stadseffect kan wel degelijk in bepaalde gevallen het verschil maken tussen net wel of net geen hittegolf.

De ene hittegolf is de andere niet!

Vergeten we ook niet dat de term hittegolf maar half de lading dekt. Hoe lang die duurt en hoe warm die is wordt er niet bijgezegd, een hittegolf is een hittegolf. Maar de effecten op de mens en de gezondheid is wel degelijk afhankelijk van de intensiteit van de hittegolf. Een hittegolf die 17 dagen aanhoudt is helemaal niet hetzelfde als een hittegolf die 5 dagen duurt, net genoeg dus om het een hittegolf te mogen noemen. Deze die we nu meemaken zal hoogstens 6 dagen geduurd hebben. Maar er zijn er van een heel ander kaliber geweest in de geschiedenis*. De langste en meest intense (sinds 1901) was deze van 1976 met 17 dagen waarvan het op maar liefst 15 dagen 30 graden werd of meer! Ook in 1997 duurde de hittegolf 17 dagen maar toen werden maar 3 dagen van 30 graden en meer geteld waardoor deze bijlange zo intens niet was. 

De meest recente lange hittegolf was die van juli 2006 en duurde 16 dagen waarvan 7 tropische dagen. Wanneer we de gemiddelde duur van de hittegolven in de 20ste eeuw vergelijken met deze die we tot nu toe in de 21ste eeuw hadden vergelijken, blijkt dit respectievelijk 9.8 dagen in de 20ste eeuw en 8.2 dagen in de 21ste eeuw te zijn. Als we dan toch willen vergelijken en tendensen willen opzoeken, blijkt dat de hittegolven in de vorige eeuw gemiddeld wat langer duurden dan deze in de 21ste eeuw. Of anders gezegd...nog maar eens een argument om voorzichtig te zijn met de zoektocht naar tendensen!

(beeld: Getty Images)
*klimatologische cijfers KMI, gecorrigeerde officiële meest recente gegevens