Cirruswolken...vaak een onderschatte spelbreker!

Wolken worden in families onderverdeeld, met als 3 grote families de lage, middelhoge en hoge wolken. Als echte spelbrekers worden de lage wolken aanzien. Deze zijn somber en grijs en bestaan doorgaans uit waterdruppels. De zon heeft weinig kans van slagen om door deze wolken te priemen. Ook de middelhoge wolken zijn vaak dik genoeg om de zon helemaal af te schermen. Vaak wordt dan ook naar deze twee families gekeken door de weervoorspellers. Het derde geslacht, de hoge wolken of 'cirruswolken' worden niet zelden nogal romantisch bestempelt als vederwolk of sluierwolken, waar de zon wel doorheen schijnt. De schaduwwerking aan de grond is bij deze wolk inderdaad vaak beperkt en voor de mensen is deze wolk vaak niet zo hinderlijk, de zon komt er deels doorheen en het gevoel van 'zon' blijft grotendeels overeind. Ook zal deze wolk geen neerslag aan de grond veroorzaken, daarvoor is ze te dun en zit ze te hoog. In tegenstelling tot bij de andere twee families bestaat deze wolk hoofdzakelijk en meestal uitsluitend uit ijskristallen.

De wolken in de lagere niveaus hebben tal van ontstaans mogelijkheden omdat ze doorgaans op zijn minst deels uit waterdruppels ontstaan en denser zijn. De cirruswolk echter bestaat uit ijskristallen en is in het algemeen transparanter. Bovendien zijn ze vaak dun, vandaar de verwijzing naar 'pluimen' en 'draden'. Ze zijn dun omdat de absolute vochtigheid in de hoge luchtlagen veel lager is dan beneden (lagere luchtdichtheid o.a). Wolken kunnen niet ontstaan zonder condensatiekernen, kleine deeltjes in de atmosfeer bestaande uit stof, mineralen etc...Daarop kan de waterdamp zich hechten en kan er condensatie/sublimatie ontstaan. Op deze grote hoogte is het aantal condensatiekernen kleiner dan aan de grond.

Om het toch uitgestrekte wolkenvelden te laten komen met cirrusbewolking, zeker als men een dikke wolkenlaag wil bekomen, dan is er een mechanisme nodig dat voldoende vocht tot de hogere luchtlagen brengt. Dit wordt doorgaans verwezenlijkt bij actieve depressies. Vooral aan de voorkant wordt dan massaal veel relatief warme en vochtige lucht naar het noorden gevoerd waarbij deze lucht tevens stijgt tot op grote hoogte ('warm conveyor belt'). 

Maar ook los van deze depressies zijn er mechanismen waarbij soms zeer persistente en uitgestrekte cirrusvelden ontstaan. Een gekend voorbeeld zijn de cirruswolken bij de straalstroom. Deze zijn soms duizenden kilometer lang en erg persistent. Ook cirruswolken aan de lijzijde van hoge bergtoppen zijn gevreesd (lee clouds) en kunnen dagenlang de zon versluieren voor de mensen die zich bevinden aan de 'verkeerde' kant van de bergketen. Ook in dit geval is een zekere sterke stroming in de hogere luchtlagen vereist. Ook bij grote onweercomplexen wordt enorm veel vocht de hoogte ingepompt tot aan de tropopauze en bij deze complexen ontstaan dan ook uitgebreide cirruckappen (aambeeld). Deze kunnen de oppervlakte van België makkelijk overtreffen. Probleem bij deze wolken is dat ze lang blijven hangen in de hoogste regionen van de atmosfeer, lang soms nadat het onweercomplex is uitgestorven. Met de hoogtestroming worden deze traag oplossende cirrusschermen verspreid naar gebieden waar men mogelijks geen wolken had voorzien.

Nog een vaak over het hoofd geziene vorm is de zgn. 'thickness ridge cloudiness'. Deze vaak dichte cirruswolken doen zich voor in of nabij een hoogterug in hogedrukomstandigheden. Het is dikwijls een spelbreker voor de zon want ondanks de anticyclonale omstandigheden met in de zomer vaak warm weer, kan dit type cirrus zorgen voor een sterk versluierde hemel in zoverre dat de zon voor vele uren plots achter de hoge bewolking verdwijnt. Contrails tenslotte van vliegtuigen zijn veelal slechts zeer smal en onschuldig, maar wanneer ze ontstaan in een vochtige atmosfeer kunnen ze uren blijven hangen en uitspreiden waardoor ze eveneens voor een gedeeltelijke schaduw kunnen zorgen. Dit is dan puur bewolking door menselijk toedoen...

In een recente studie is overigens gebleken dat de condensatiekernen in cirruswolken vooral bestaan uit stof en zelfs metaaldeeltjes. De toename van stofdeeltjes in de atmosfeer (bv. door ontbossing en bijhorende verwoestijning) en metaaldeeltjes kan de ontwikkeling van cirruswolken bevorderen en is dus iets om in het oog te houden!


De komende 48 uur bevindt zich een hardnekkig cirrusgebied over delen van de Benelux. Deze cirruswolken worden gedreven door een hoogterug boven 500 hPa en een naderende trog op 300/200 hPa doet deze cirruswolken verder aanzwellen (PVA). De cirruswolken zijn nu al dik genoeg in de westelijke gebieden om de zon soms sterk te doen verzwakken. Dit cirrusgebied zal pas tegen donderdag volledig ons land uit zijn wanneer ook de trog naar het oosten verdwijnt. Waren het vorige week nog de lage wolken die roet in het eten kwamen gooien, dan zijn het deze keer de hoge wolkensluiers. Evenwel zorgen deze wolken, hoe dik ook, zelden voor een even somber beeld als bij de lage wolken. De lichtinval is veelal groot genoeg om een zomers gevoel over te houden. Niettemin is dit een mooi voorbeeld van hoe processen hoog in de atmosfeer, en op de klassieke weerkaarten vaak onzichtbaar (zeker onder 500 hPa), een belangrijke invloed kunnen hebben op ons weerbeeld...

Op de kaartjes is de situatie in het WRF weermodel weergegeven waarop op de bovenste kaart de rug op 300 hPa duidelijk te zien is met nabij de Golf van Biskaje de naderende trog. De kaart met de voorspelde bewolking toont bijhorend veel hoge wolken over onze regio (oranje velden), de dikste over het westen van Frankrijk.

Het actuele satellietbeeld (IR wolktentop temperatuur) toont dit dichte cirrusveld. De kleuren geven aanhoe koud de wolken zijn. Blauwe kleuren duiden op een temperatuur rond -35°, de rode kleur op waarden van -40 à -50 graden.


De hoogtepijling van vannacht over het zuiden van Engeland toont duidelijk een dikke vochtige (voor ijs deels verzadigde) luchtlaag boven 7500 m en dit voor enkele kilometer dik. Let ook op de relatief sterke stroming op deze hoogte uit zuidzuidwest welke aangeeft dat in deze luchtlaag vochtige lucht wordt aangevoerd aan de rand van de hoogterug.