Zomer kwakkelt verder tot in augustus

De weermodellen geven nog steeds weinig hoop aan mensen die hopen op stabiel warm en zonnig zomerweer.

Zeker tot eind juli blijven de temperaturen veelal ondermaats en zorgt een licht zonale stroming voor de aanvoer van zeelucht. Af en toe trekken hierbij buien langs 

De weerkaarten naar het weekend toe en begin volgende week lijken zelfs eerder herfstkaarten met een diepe trog nabij Schotland en een vrij sterke westcirculatie over West-Europa. Koele vochtige zeelucht overspoelt hierbij onze streken en zal zorgen voor wisselvallig en koel zomerweer.

Een lichtpunt is te zien rond de maandwissel met een lichte opvering van het kwik, al is dit al bij al bescheiden en lijkt dit een tijdelijk fenomeen te zijn. De stroming blijft min of meer zonaal zonder noemenswaardige hogedrukruggen, laat staan blokkades in gunstige zin.


Het is opvallend dat juli tot nu toe bijna anderhalve graad koeler is dan het klimatologische gemiddelde. De maxima blijven zelfs 2 graden achter (21 graden ipv 23 graden). Ook de wind was opvallend aanwezig tijdens de eerste twee decades van de maand. Ook de zonneschijn blijft sterk achter. Het ziet er dus naar uit dat juli 2020 zal verdwijnen in de jaarboeken als een koele en vrij sombere maand, zeker gezien de verwachtingen voor de komende tien dagen.

Opvallend is daarbij wel dat de bodem nog steeds aan de droge kant blijft. De SPIE, die rekening houdt met de gevallen neerslag én de verdamping van water uit de bodem, blijft flirten met de grens van extreme droogte. De reden daartoe is dat we , ondanks de zonale stroming, vaak onder invloed zijn van een uitloper van het Azorenhoog, waardoor al te actieve regenzones of buiengebieden ons amper bereiken. Dat zien we ook aan het aantal onweersdagen tot nu toe. Dat zijn er amper 2 wat uiterst laag is. In een normale juli-maand onweert het op 13 dagen ergens in ons land.