De komende dagen kan er links en rechts een spat regen vallen, de letterlijke en figuurlijke druppels op een hete plaat. Want meer dan 1 à 2 liter (in het beste geval) zal het niet worden. Niet verwonderlijk dat de droogte parameters in het oranje kleuren. Met de voorspelde regen van de komende 10 dagen (lees: amper) zullen we begin juni in het grootste deel van het land in een situatie komen van 'droogte' waarbij diverse regio's al donkerbruin zullen uitslaan: uiterst droog (grafiek en kaarten hieronder).
Op basis van de gegevens van het KNMI van gisteren bevindt de droogte-curve van 2020 zich ver boven deze van het legendarische jaar 1976 (zie een publicatie die ik eerder maakte hierover). Uit deze grafiek kunnen we vooral afleiden dat deze droogte extreem vroeg in het jaar komt. Veel neerslag de komende maanden kan de curve nog op normaal niveau brengen, maar dat is uiterst onwaarschijnlijk en om op het niveau van normaal te komen (mediaan) is veel meer nodig dan een paar manden veel neerslag. Dit tekort is op middellange termijn gewoon weg niet meer op te heffen.
Opmerking: deze grafieken kijken enkel naar de gevallen neerslag (of het gebrek ervan). Het netto water in de bodem (grondwaterpeil) is de som van de gevallen neerslag en verdwenen neerslag. Dat laatste hangt sterk af van de hoeveelheid verdamping (water dus die als waterdamp weer verdwijnt in de lucht). De vorige maanden was deze verdamping soms extreem hoog, ten gevolgde de combinatie van sterke zonneschijn, hoge temperaturen én sterke wind. Ook de aangevoerde luchtmassa was zeer vaak continentaal en dus droog met relatieve vochtigheden soms van amper 20 procent. Er is met andere woorden niet alleen véél te weinig water gevallen, er is ook meer dan normaal veel water verdwenen door verdamping!!
