Twee hittegolven na elkaar: hoe uitzonderlijk is dat?

De kans dat we een tweede hittegolf tegemoet gaan volgende week blijft aanwezig. En dan bedoelen we met 'hittegolf' niet gewoon een warme periode, maar de klimatologisch vastgelegde hittegolf. Daarvan is pas sprake van als er een periode van warm weer plaatsvindt van minstens 5 opeenvolgende dagen met maxima minstens 25 graden in Ukkel, en bovendien moet er tijdens de hittegolf minstens 3 keer 30 graden worden bereikt of overschreden.

Wanneer het volgende week daadwerkelijk tot een 2de hittegolf komt, is dat vrij uitzonderlijk. Sinds 1901 is het nog maar 5 keer voorgekomen dat er in een zomer 2 afzonderlijke hittegolven werden geteld. Met cijfers moet je oppassen natuurlijk, want vorig jaar werden twee hittegolven geteld met slechts een dag tussen beide waarop het op een tiende van een graad net geen 25 graden werd. Het was dus bijna 1 lange hittegolf.

Misschien is het dan interessanter te kijken naar hoeveel dagen we per zomer in een hittegolf zitten (alle hittegolven samengeteld dus). De zomer die de kop haalt is 1947 waarin we tijdens de zomer maar liefst 46 dagen in een hittegolf zaten (verspreid over 4 afzonderlijke hittegolven). Op de 2de plaats staat vorig jaar (!) met 25 hittegolfdagen. De 3de plaats is voor 1911 met 23 hittegolfdagen.

Opmerkelijk is dat de laatste decade (2011 - 2020) nu reeds de op één na meest aantal hittegolfdagen kent met de bijkomende bedenking dat er dit en volgend jaar nog kunnen bijkomen. Enkel de decade 1941-1950 doet beter maar is grotendeels te danken aan het superjaar 1947.


Verdelen we de periode 1901 - 2020 in periodes van 30 jaar (zoals het in de klimatologie gangbaar is), dan stellen we vast dat de laatste 30 jaar er het meest aantal hittegolven zijn geteld (16). Maar ook het aantal hittegolfdagen piekt (155), met opnieuw de bedenking dat er hier nog kunnen bijkomen deze en volgende zomer.

Een laatste interessante grafiek hieronder toont de terugkeerperiode voor de hittegolven per 30 jaar. Daarin stellen we vast dat we de laatste 30 jaar een terugkeerperiode van minimum 1 hittegolf om de 2 jaar (0.5 per jaar dus). Met de opmerking dat we de laatste 5 jaar telkens minimum 1 hittegolf konden optekenen.

Het is altijd lastig trends te ontdekken, met de klimaatverandering in het achterhoofd. Feit is dat er in het verleden ook decades waren met grote en veelvuldige hittegolven (1947 bijvoorbeeld), en dat er nogal wat spreiding zit in het aantal van decade tot decade, maar als we het globaal bekijken moeten we toch vaststellen dat de laatste 30 jaar we een gevoelige stijging zien van vooral het aantal hittegolfdagen. Waarschijnlijk niet toevallig valt deze laatste periode van 30 jaar binnen de 'temperatuursprong' welke het KMI eind jaren 80 van de vorige eeuw heeft waargenomen.

(bron voor de grafieken: KMI)